1 kg magere en ontbeende lamsschouder, in blokjes gesneden
2 laurierbladeren
4 takjes verse tijm
1 ui, gepeld en in vier gesneden
1 preistengel, grofgehakt
3 knoflooktenen, gepeld en geplet
1,2 l koud water
200 g babywortelen, in twee gesneden wanneer ze te groot zijn
200 g knolraapjes, geschild en in vier gesneden wanneer ze te groot zijn
200 g verse zilveruitjes of sjalotten, gepeld
200 g jonge preistengels, in twee gesneden
200 ml witte wijn (droog of halfzoet)
200 ml warme lamsbouillon
200 g prinsessenboontjes, in twee gesneden
200 g erwtjes
2 eetlepels fijngehakte verse bladpeterselie of kervel
BEREIDING
Doe de blokjes lamsvlees met de laurierbladeren, ui, prei, knoflook, water, peper en zout in een grote kookpot en plaats er een deksel op.
Breng aan de kook, zet het vuur lager en laat 1 uur pruttelen op een laag vuur. Schep er regelmatig het schuim af, indien nodig. Haal de pot van het vuur en laat licht afkoelen.
Doe de blokjes lamsvlees in een grote stoofpot die in de oven kan en giet er het kookvocht van de groenten bij.
Voeg er de babywortelen, knolraapjes, zilveruitjes, prei, witte wijn en lamsbouillon aan toe. Breng aan de kook, zet het vuur lager en laat 15 minuten pruttelen.
Doe de halve pinsessenboontjes erbij en laat 3 tot 4 minuten meekoken. Doe er ook de erwtjes bij en kook nog 2 minuten extra, of tot wanneer alle groenten beetgaar zijn.
Kruid met peper en zout, werk af met de verse kruiden en serveer er voldoende knapperig brood bij om de saus mee op te deppen.