Vlees grillen en barbecueën 

Grillen of barbecueën is een snel alternatief voor het bakken van een mals stuk vlees in de pan. Met deze manier van bereiden wordt er gebruikgemaakt van een intense stralingswarmte boven of onder het vlees. Grillen of barbecueën zorgt ervoor dat het vlees aan de buitenkant mooi gekorst is en de vleessappen binnenin bewaard blijven. Het vlees moet wel eerst ingesmeerd worden met een glazuur, boter, olie of een marinade. Hierdoor krijgt je rund- of lamsvlees een bijzondere smaak en blijft het heerlijk mals en sappig. Draai steaks slechts één keer om tijdens het bakken, of helemaal niet. Hoe minder je het vlees aanraakt, hoe sappiger het resultaat. 

Drie manieren om vlees te grillen of barbecueën: 

  • Onder een warmtebron: het vlees wordt onder een verwarmingselement bereid, onder een traditionele elektrische grill of gasgrill.
  • Boven een warmtebron: daarvoor moet je het vlees eerst licht instrijken met olie en ervoor zorgen dat het grillrooster voorverwarmd is. Nadien plaats je het grillrooster over een warme houtskool- of gasbarbecue.
  • Tussen twee warmtebronnen: het vlees wordt tussen twee voorverwarmde grillroosters gelegd (zoals bij een toaster). Met deze methode wordt er gebruikgemaakt van stralingswarmte, convectiewarmte of beide.

Enkele baktijden: 

Lamssteaks: 

  • Lamsbout (met of zonder been), lendestuk, schouder (2 cm dik) : reken 4-6 minuten aan elke kant.  
  • Lamsbout (met of zonder been), lendestuk, schouder (meer dan 2 cm dik) : reken 6-8 minuten aan elke kant.  

Koteletten of karbonades: 

  • Lendestuk, kotelet of karbonade van 2 cm dik : reken 6-8 minuten aan elke kant. 
  • Lamsburgers van 1 tot 2 cm dik : reken 4-6 minuten aan elke kant.