Breng op smaak en bak met tijm en laurier in een braadpan, 1 uur op 180° in de oven.
Gaar het witloof in een pan met boter en laat licht karameliseren met bruine suiker. Deglaceer met het Kasteelbier Donker en bewaar de jus voor de saus.
Schil de knolselder, maak er chips van en kook de rest in water en een beetje melk.
Maak een gladde puree met een deel van de knolselder. Snijd blokjes van de selder en zet apart voor het dresseren, 4 per bord.
Kook de spruitjes in water, laat afkoelen, snijd in twee en bewaar voor het dresseren.
Haal de lamsschouder uit de oven en wikkel het stuk, 10 minuten in aluminiumfolie, snijd daarna in 4 porties.
Laat inkoken de jus van het witloof met Kasteelbier Donker en werk af met een beetje hoeveboter.
Dresseren:
Maak 4 punten knolselderpuree per bord en leg de spruitjes er op. Plaats het gestoofd witloof in het midden en leg 4 knolselderblokjes aan elke kant. Kleur met een bunsenbrander.
Plaats het vlees op het witloof, overgiet met saus en decoreer met de knolselderchips.